31/10/2007

Que dios te va acompañar.

Hij doet een stap naar voren, legde een hand op mijn arm met de onmiddellijke vertrouwdheid die zovele Zuid-Amerikanen eigen is en zei "Que dios te va acompañar." Dit waren steevast de woorden van de locals als ik hen vertelde over mijn voor de boeg staande ritten door het Andes-hooggebergte. Daarop volgde meermaals, na een mompelend gekonkelfoes, nog het woord loco. Maar ik was weer niet van de wijs te brengen en sprong, zo fris als een konijn op de plein, op mijn fiets voor de koninginnenritten.
Van de massage, volgwagen, doping en uitgebreid pasta-ontbijt zoals de fietsmiljonairs in de Tour de France krijgen kon ik slechts dromen. Je zou zeggen: "Dat is toch geen enkel probleem, even naar de winkel" maar dan kennen jullie het land van Juan met de pet en Juana met de bolhoed nog niet. In elk miezerig klein, muf en aftands winkeltje trof ik dezelfde selectie van (on)voedingswaren aan met de uiterste gebruiksdatum veelal lang en breed overschreden.
De eerste uren fietste ik al klappertandend en met vingers die geleidelijk paars werden van de kou totdat de gouden aura van de opkomende zon me opwarmde. Wederom was er weinig tot geen verkeer. Het bleef me trouwens verbazen met hoeveel vertrouwen de buschauffeurs zichzelf en zijn medepassagiers overgaf aan de goede zorgen van Sint-Christoffels tijdens het nemen van de haardspeldbochten waarbij een soort Russische roulette werd gespeeld.
Ik zag de weg voor me die slingerde, die omlaagdook en omhoogklom, een bocht maakte, de bijna uitgedroogde rivier overstak, die verdween en plotseling opdook op een hoge, kale berg en daarboven maakte de bloemkoolwolken plaats voor een zuivere lucht, een transparante atmosfeer. Ontegenzeggelijk gaat kijken in de Andes sneller dan fietsen want dat is eerder een soort stilstand in beweging. Klimmetjes die op zeeniveau al pittig zijn ontpoppen zich hier, in combinatie met een beroerd wegdek, tot ware killers. Maar ik genoot van de uitdaging, van de verbluffende schoonheid waardoor mijn tocht van alle kanten werd omringd. Bij elke bocht die ik omging openbaarde zich in de eindeloze verte een nieuw machtig panorama. Inmiddels kende ik het klappen van de zweep en klom en klom, omhoog en rond en omhoog en rond en weer omhoog en rond. Soms met een ademhaling die klonk als die van een astmapatiënt in een hooimijt. Soms al staande op de trappers, à la danseuse, zoals het wielerjargon dit noemt. Soms zachtjes hijgend "één, twee, drie , vier , vijf" om het fietsritme in mijn benen te houden. En dan bereik je de top van de wereld, althans zo voelde het, de zevende hemel, en die had ik helemaal op eigen kracht bereikt. Het panoramisch woeste landschap was er letterlijk en figuurlijk adembenemend. De eindeloze leegte om me heen imponerend alsook de oorverdovende stilte. Ik waande me op een uitgestorven planeet. Een warme vloed van zelfbehagen doorstroomde me en ik zei hardop tegen mijzelf "Je bent hier echt" dit vergeet ik nooit of te nimmer en sloeg een kreet waarmee ik Tarzan naar de kroon stak.
Tijdens de onheilspellende kurkentrekker-bochten-afdaling joegen de endorfinen door mijn lijf en zong ik uit blijdschap de meest onzinnige liedjes tot mijzelf. Naast me leken een groep koddige wollige wezens met lange nekken (lama´s) schalks naar mij te knipogen, alsof ze durfden te wedden dat ik kennis ging maken met het asfalt. Ik tuimelde een vallei binnen en buitelde omlaag tot op een reusachtige en oneindige vlakte...de Altiplano. Wat voelde ik me klein in deze weidse omgeving, als een mier die op de onderkant van de wereld kroop. Mijn trouwe gezel de tegenwind was adermaal ook weer van de partij. Ik heb me voorgenomen om bij een volgende fietsreis eerst een overleg met hem te plegen om dusdanig in dezelfde richting te toeren.
Al bij al waren het niet zozeer de bergen die de zwaarte bepaalden alswel de smerige dorpen. Het dag in dag uit gebrek aan hygiëne en proper water. De broeinesten van alomtegenwoordige misselijkmakende vuiligheid, uitwerpselen, rotzooi, doordringende pislucht, de miserabele vieze krotovernachtingsplaatsen, de smerige ongastvrije precaire sanitaire condities, het sobere ondefinieerbaar voedsel. Alsof de inwoners er hun waardigheid verloren hadden alsook hun vaardigheden om zichzelf te behelpen. Armoedig gekleede vrouwen die gebukt gingen onder het werk en de kinderen, rondhangende in hun noodlot berustende mannen die naar de fles grepen. Er heerste een tekort aan hoop...zéér triest en beklijvend.
Gelukkig beschik ik over de wonderbaarlijke gave altijd en overal te kunnen slapen; ik sloot mijn ogen en in gedachten ook mijn neus, oren en poriën en zonk weg in een droom waar ik de bergen met evenveel plezier nogmaals beklom...

Volgende keer...de blijde intrede in La Paz ...

Lieve groetjes van een gelukkig fietser

3 opmerkingen:

zwemmend lid n° 1 zei

Keep up Frederico !

Na bergop komt bergaf...

Anoniem zei

Fre,
1 woord; RESPECT! Het doet me plezier om te horen dat ge u gelukkig voelt in dergelijke omstandigheden. Puur! Hopelijk krijgen we gauw ook wat foto's te zien zodat we ook visueel kunnen meesmullen... Vele groeten van heel Alex United!
De voorzitter

Anoniem zei

Hey federico, den dag dat ge schrijft dat ge een paar dagen na mekaar in uw hangmat heb gelegen,... niets gedaan hebt... tenzij genieten van het leven.... relaxen, ontspannen en chillen ... en daarbovenop nog wat hebt liggen zeveren met knappe miekes, afkomstig van ik weet niet waar,..... dan ben ik pas echt jaloers en moogt ge mij ginder in de zeer nauwe toekomst verwachten :-)

cheers iuna!