23/10/2007

Door het wolkenfabrik

Als je reist voor het intense avontuur, de fantasie, de uitdaging dan is Bolivia als fietser elke dag opnieuw een onvergetelijke belevenis in het kwadraat. Deze alle neerpennen zou me te ver leiden. Echter zo´n dag was een rit door het Andes gebergte tussen Santa Cruz en Cochabamba langsheen de oude route. Een weg met nauwelijks verkeer afgezien enkele opentrucks uitpuilend van mensen en pluimvee.
Na een 30tal km wist ik dat er mij een klim stond op te wachten van 17km. Totdaar geen probleem ware het niet dat de daarna voorziene afdaling uitbleef. In de plaats reed ik een totaal onverwachts gebied binnen. Wat er voor mijn mensenverstand nog het meest op leek was, ... alsof ik een spiegel doorging en in een andere wereld uitkwam. Een bijna surrealistische ervaring. (voor alle duidelijkheid - ik zit niet aan de cocabladeren -)
De weg kronkelde tussen smaragdgroen gras, weelderige slingerplanten en daartussen rezen aan weerszijde woudreuzen bemost met langharig weefsel waardoor ze aan demonen deden denken. De boomtoppen kon ik niet zien daar ik helemaal in de mist was gehuld, die als stoom borrelde uit de afgrond en over de weg kroop. Het zicht bedroeg hierdoor slechts enkele meters. Door de condens van de nevelflarden werd ik helemaal nat. De onverharde aarden weg die bezaaid was met kuilen en alomtegenwoordige stenen veranderde gaandeweg in een slijkzee. Het water had zo´n funeste invloed op het pad dat het eruitzag als een motocrosscircuit na een dag racen. Het bastaardkind van de duivel zelf. Mijn profielbanden zonken weg. De moddergroeven waren zo diep dat ik voortploegde aan een schamele 4 a 6 km per uur. Als in een vooroorlogse slapstick wankelde ik acrobatisch heen en weer om het evenwicht wanhopig te bewaren. Tevergeefs. De zwaartekracht trok meermaals aan het kortste eind. Fietsen was als hobbelen over een spiegelglad met bruine zeep ingesopt plastic zeil. Kilo´s modder plaktten zich vast als bloedzuigers aan mijn fiets. In andere omstandigheden zou dit me zorgen baren want zoals voor de Gaucho¨s hun paarden, voor de Bedoeïen hun kamelen, is mijn eerste zorg mijn fiets. maar ik had andere katten te geselen. Ik ploeterde, baggerde, zwabberde, waggelde voort omhoog langs de rand van de bergen. Er was geen dorp of huis te bekennen...griezelig eenzaam. Door de combinatie met dit zwaar geaccidenteerd terrein, wind, mist, hoogte (3500) kreeg de tocht stilaan de allures van een overlevingstocht. Ook de klok tikte ondertussen onveranderlijk voort. Ik voelde dat ik de controle over de rit verloor. In mitrailleurtempo flitsten duizend vragen door mijn hoofd. Op geen had ik een antwoord. Noodscenario´s werden opgemaakt; hoeveel voedsel had ik nog? Omkeren! Ik wreef in mijn ogen en schudde mijn hoofd heen en weer om helder te blijven en zette door. Elke bocht was een mini-overwinning ook al gin g het zo gruwelijk traag dat ik de stenen kon tellen waarover ik reed.
En dan opeens, even onverwachts als het was opgedoken, stopte het geurende, vochtige dichtbegroeid nevelwoud en maakte het weer plaats voor de allesoverheersende door, stoffige kale bergen. De eerste kleine nederzetting die tegenkwam,met de zeer toepasselijke naam La Sieberia, bestond uit ten hoogste een twintigtal troosteloze bouwvallige huisjes. Een deprimerend oord. Tot overmaat van ramp liep iedereen van me weg, zelfs de loopneuskinderen, alsof ik een beslijkt ufo-verschijning was. Akkoord met die helm als omgekeerde puddingvorm neigde ik daarna. Daarentegen was het volgende dorpjes met zo´n kleurrijk schouwspel van een krioelend marktje en in bonte kleren gehulde vrouwen heel gastvrij. Mijn aankomst resulteerde in een soort straatconferentie. Ze vuurden, zoals steeds, een spervuur van vragen af als in een TV-quiz. Hoe heet je? Waar kom je vandaan? Waar ga je naartoe? Wat vind je van ons land? Hoeveel kost je fiets? Bij het horen van mijn verhaal over de tocht van die dag kregen ze een niet te stuiten, zeer aanstekelijke slappe lach en ik volgde hun voorbeeld.
Ook al kon ik toen eten als een hollebolle Gijs hun bescheiden voorraad durfde ik niet te plunderen. Daarvoor was hun armoede te onthutsend. Want voor mij zullen het altijd maar ervaringen zijn, zij het indrukwekkende. Ik passeer en ga weer naar huis. Zij moeten hier blijven wonen. Een leven , dat een gevecht is om de volgende dag te halen. Inkomens die je met je vergrootglas moet bekijken. Een leven in zeer extreem armoedige en primitieve omstandigheden met zorgen die wij niet kennen.

next time: de koninginnenritten (4500m hoogte)

ciao-ciao amigo´s,

5 opmerkingen:

zwemmend lid n° 1 zei

check zeker ook de foto's van deze wondermooie trip !

zie links bij "links", foto's.

Anoniem zei

Prachtige foto's Fré, echt geweldig. Zo kunnen we tenminste ook echt zien welke avonturen je daar meemaakt ! Doe zo voort!

zwemmend lid n° 1 zei

foto 4 is wellicht in één van de minder arme buurten genomen.

Volhouden !

Anoniem zei

Hola desperando Federico, ik heb u ooit eens achtergelaten in een lang strookske modder en slijk, gij gezeten op uw stalen ros met veel minder profielpoten dan ik ... ik voelde mij toen efkes opkikken. Ik kan mij dus wel voorstellen dat het bijna niet ging, toch heb ge het weer es gedaan ... Desondanks een goei streep modder, blijkbaar voor jou nu verwaarloosbaar, mininiem en belachelijk, heb ik onze gezamelijke rit toen nog verloren ook ... 1-1 zei Fede met de glimlach. Ik heb nu het gevoel dat ik ver achtergelaten ben en dat de stand 6-1 is... Mierde... Geniet ervan amigo ... Uw voorstand moge wederom voor mij, een aanzet wezen :-) cheers iuna.

Blijf schrijven het is de max!

Anoniem zei

Flash back:

Elke dag ontvangen de achterblijvers in de freggelgrot een kaartje van hun besnorde nonkel avonturier. Go Fred! Keep on exploring.

Groetjes uit de freggelgrot.

Ronny